Selective exercise of discretion in disability insurance awards
Over het belang van loonverschillen bij WIA-aanvragers bij het benutten van discretionaire ruimte door arbeidsdeskundigen
Arbeidsdeskundigen binnen UWV kunnen verschillend omgaan met de discretionaire ruimte waarover zij beschikken bij de WIA-uitkeringsbeslissing. Die discretionaire ruimte is voornamelijk gelegen in de verzameling van functies – met bijbehorende lonen – waartoe een WIA-aanvrager geschikt toe wordt geacht. Deze functies zijn bepalend voor de geschatte resterende verdiencapaciteit, het percentage arbeidsongeschiktheid, en daarmee ook de beslissing of al dan niet een partiele of volledige WIA uitkering wordt toegekend. In eerste instantie volgt deze lijst van functies automatisch uit een lijst van beperkingen zoals vastgesteld door de verzekeringsarts. De arbeidsdeskundige bepaalt vervolgens de definitieve lijst met functies die nog mogelijk zijn.
In dit onderzoek bezien onderzoekers of de inzet van deze discretionaire ruimte door arbeidsdeskundigen afhangt van de kenmerken van de WIA-aanvrager. Met behulp van administratieve gegevens over WIA-aanvragen in Nederland tonen we aan dat dit inderdaad het geval is: discretionaire bevoegdheid wordt relatief vaker uitgeoefend ten gunste van werknemers met een lager loon dat zij verdienden voorafgaand aan de aanvraag. Als er naar het gemiddelde loon dat verdiend werd voorafgaand aan de aanvraag gekeken wordt, dan zien onderzoekers dat deze steeds iets lager is rechts van procentuele drempels (van het geschatte verlies van verdienvermogen) die recht geven tot een (hogere) uitkering. Dit suggereert dat mensen met lagere lonen iets meer kans hebben toegelaten te worden dankzij de arbeidsdeskundige. De macro-effecten hiervan zijn echter niet heel groot; het betreft een relatief kleine groep aanvragers wiens procentuele verlies van verdiencapaciteit dichtbij de grenzen van 35%, 45%, 55% of 80% zit.
Belangrijk argument voor het benutten van de discretionaire ruimte voor deze specifieke groep is dat het inschatten van verdiencapaciteit minder accuraat is voor laagopgeleide aanvragers met minder verdiensten, terwijl de consequenties van fouten voor de uitkeringsbeslissing juist groot zijn voor deze groep. Bovendien kan een gevoel van fairness meespelen bij arbeidsdeskundigen: binnen het Nederlandse systeem van arbeidsongeschiktheid is voor mensen met restcapaciteit de kans op een partiele uitkering lager als het voormalige loon lager lag.
Jaar van uitgave:
2025
Publicatie:
Journal of Policy Analysis and Management
Auteurs:
Pilar Garcia-GomezOwen O'Donnell
Pierre Koning
Carlos Riumalló-Herl
Onderzoeksproject:
Geschikt of ongeschikt voor arbeid? Analyse van de effecten van arbeidsongeschiktheidshervorming
